Volg ons op Facebook >>>

Terug naar vorige pagina

Van het begin tot 4e nationale

geschreven door  Lucien De Wever.     

LDW 1

 1967 …….Toen begon het….

Wie reeds op Kruikenburg kwam, als leerling of bezoeker van een feest, kent zeker “De Kring” met zijn kleine zaaltje.  Meer dan 45 jaar geleden was dit iedere zondagmorgen een trefpunt voor jonge mensen.

Daar vonden ze diverse ontspanningsactiviteiten : badminton, vogelpik, schaken, tafelvoetbal… en ping-pong

Voor de echte sportievelingen was dit echter veel te rustig. Zij verlangden naar meer aktie. Wat?  natuurlijk: Volley !

Eén net, één bal en één paal : het kasteel hield het andere eind van het net vast en zo konden zij volley spelen. Bij slecht weer werd er in het kleine zaaltje getraind en Broeder Michiel herstelde de ruiten.

Broeder Michiel, Fons De Brandt, Rob Van Mulders en Lucien De Wever besloten dan maar om in competitie te spelen. Broeder Michiel (de eerste kassier) kocht een tweede paal en de spelers trokken de lijnen in het midden van de koer….”om de ruiten een beetje te sparen”.

En in het regionaal weekblad “De Galm” van half maart ’67, mocht Br. Michiel fier schrijven:…

“Het is nu zover. Jeugdkring Volleybal Kruikenburg is nu een echte sportclub geworden, dank zij het initiatief van A. De Brandt, Bob Van Mulders, L De Wever, en mezelf. We rekenen er op dat uit de leerlingen van het Sint Jozefsinstituut en de leden van de Kring Kruikenburg een uitzonderlijk potentieel aan spelers zal kunnen gevormd worden. …We hopen dat de Volleybalsport in Ternat een lange bloeitijd tegemoet gaat.”

Wist Broeder Michiel toen reeds iets meer dan de gewone stervelingen…?  In elk geval was dit het allereerste artikel uit een weergaloze lange rij persknipsels die over Kruikenburg verschenen.

Op 18 april 1967 werd de “Officiële vraag tot aansluiting aan het B.V.B.V.” ondertekend door Fons De Brandt als voorzitter en Lucien De Wever als secretaris. Robert Van Mulders nam voor de nieuwe ploeg de taak van penningmeester over van Broeder Michiel en daarna werd de ondertekening in de KRING duchtig boven de doopvont gehouden.De Volleybalbond was er zich zeker niet van bewust dat ze in 1967 niet minder dan 4 toekomstige toppers inschreven, nl. Lennik, Voorwaarts Ternat, Zellik en J.K. Kruikenburg.

Een maand eerder schreven de andere volleybalspelers van Ternat zich in onder de naam: Voorwaarts Ternat. Dit was zowel een prikkel voor de jongeren om mee te spelen, als voor de ouderen om deze sport te “ontdekken” en er, naargelang zij het spel beter leerden kennen ook van te houden.

Het was een veelbelovend begin, voor buitenstaanders zelfs ietwat verrassend. In “Het Volk” beschouwde men Ternat als: “de moedergemeente” van het volleybal in de streek.

Wedstrijd na wedstrijd kwamen meer mensen kennis maken met deze nieuwe sport. De derby’s zorgden voor de nodige sfeer en spanning.

Ploeg 1967-1968

Trainer/speler:
Jean Baeyens.

Jos Van Mulders
Jean-Pierre Van Mulders
Jos Cornelis
Louis Cornelis
Karel Cornelis
Raymond Van Der Borght
Edwin De Coninck
Frans De Kegel

Het grootste spektakel van dat jaar was ongetwijfeld de titelmatch tegen LOT op 17/03/1968.
Een krant schreef het volgende:

“De binnenkoer van het kasteel was ondergedompeld in een helse sfeer : ongeveer 400 toeschouwers waren stoetsgewijs het domein binnen gereden om deze titelwedstrijd bij te wonen.”Om klokslag elven liet scheidsrechter Van Der Hauwaert de bal opgeven. Lot kwam 0-5 voor, maar het was toch Kruikenburg dat de eerste set won met 15/9. Lot won de twee volgende sets. Dan was het ogenblik aangebroken waarop het festival van Kruikenburg kon herbeginnen.

Ijzig kalm sleepten de kasteeljongens de 4de set in de wacht. De laatste set moest de kampioen aanduiden. Onze Azurri’s startten zeer slecht (2-7), maar Jean Baeyens en Jos Cornelis trokken hun ploeg recht.

Men draaide bij 8-7. Na een lange zij aan zijrace smashte Raymond Van Der Borgt onhoudbaar het laatste punt van de mooiste wedstrijd van het seizoen tegen de stenen van de Kasteelvloer”.

Kruikenburg was Kampioen !!!
1968 / 1969 …….het debuut in 2e Provinciale

Een veel gestelde vraag bij het begin van ons tweede seizoen was : “Wat zal dit ploegje er in 2e provinciaal van terecht brengen ?”

1e Ploeg 1968-1969

Trainer/speler:
Jean Baeyens.

Jos Van Mulders
Jean-Pierre Van Mulders
Jos Cornelis
Louis Cornelis
Karel Cornelis
Raymond Van Der Borght
Guido Platteau
Edwin De Coninck
Frans De Kegel
Al de supporters werden opgetrommeld om op 29/9 de openingswedstrijd tegen Leefdaal bij te wonen. Nadat Kruikenburg de eerste set won, goot het water. (we speelden nog altijd in open lucht op de binnenkoer) De scheidsrechter oordeelde dat het beter was om samen in de Kring uit te maken wie de beste was. Na vele wisselende kansen werd dan beslist dat de wedstrijd diende herspeeld te worden op 1/11.

De rest van de heenronde verliep zeer succesvol. Alleen voor Rixensart, waar Jos Cornelis opnieuw last kreeg van zijn enkelontwrichting (wij wisten nog niet wat intapen was) en voor Ruisbroek, dat outstandig was na de komst van speler-trainer Sottiaux (ex 1e Nat) moest men buigen. Met een eervolle tweede plaats werd de heenronde afgesloten.

Dat Kruikenburg ook op de bank zeer bekwame spelers had, werd tegen Leefdaal bewezen. Karel en Louis Cornelis waren die dag samen met Jos Van Mulders onbeschikbaar. Zij werden echter zeer behoorlijk vervangen door Edwin De Coninck, Frans De Kegel en Guido Platteau en wonnen met 2-3.

De terugronde verliep iets minder gunstig. Het seizoen werd afgesloten met een vierde plaats, maar als vierde mochten ze toch overgaan naar de volgende “klas”.

De feestviering op Kruikenburg kon opnieuw beginnen !!!

Dat deze ploeg iets te vlug was opgeklommen naar de hoogste provinciale reeks zou zich de twee volgende seizoenen sterk doen gevoelen……

1969 / 1970 / 1971

Door een gebrek aan maturiteit en het “volleybal-vaarwel”” van trainer-speler Jean Baeyens kreeg het jonge Kruikenburg het zeer hard te verduren.  Spelers aankopen bleek onmogelijk.  Er moest met eigen riemen geroeid worden.

Vooral in het seizoen 1970/1971 was de toestand bepaald kritiek.

Na een 3-1 verlies tegen Politie St-Joost gaf hun secretaris François Celis volgende verklaring aan de pers:

“Een eventuele degradatie van een zo veelbelovende formatie als deze van Jos Cornelis zou ik ten zeerste betreuren. Alleen reeds hun mentale paraatheid tijdens deze voor hen moeilijke periode siert deze spelers die, mits wat meer maturiteit, ongetwijfeld een veel hogere conjunctuur zouden beleven”.

1e Ploeg 1969-1971

Trainer/speler:
Jos Cornelis

 …
 
+ Miniemen
+ Kadetten

De allerlaatste wedstrijd tegen Wilsele was bepalend voor het behoud.  Er moest gewonnen worden met 3-0 wilde men in 1ste Prov. blijven.  Het feit dat de buren ook naar 1ste Prov. promoveerden was een extra stimulans om tegen Wilsele te winnen. Wilsele maakte echter zo een ontredderde indruk dat Jos Cornelis en maats zich zelfs niet hoefden te forceren om hun behoud te verzekeren.

Er werd weer eens gevierd (vieren is een gewoonte op Kruikenburg), maar ditmaal vierde men om het behoud.

Deze zwarte periode van Kruikenburg was voorbij.

Voor het volgend seizoen waren er zelfs goede vooruitzichten.  De door Jos Cornelis getrainde en door Lucien De Wever gecoachte miniemen en kadetten werden kampioen van Brabant.  De kadetten deden zelfs nog iets meer : zij wonnen in Jumet het Kampioenschap van België.  De volgende foto  toont een fiere kapitein, Herman De Brandt, die voor deze prestatie een ere-diploma ontvangt van de toenmalige burgemeester: Dr Rodts.

De beide raadsleden op de achtergrond, Pol Baeyens en Louis De Saeger zijn tot op heden (nvdr 2002) nog steeds trouwe en steunende supporters gebleven.

Een ander aangenaam vooruitzicht was de terugkeer van Jean Baeyens.

1971 / 1972 

De club nam weer eens uitbreiding.  Voor de eerste maal ging men van start met een junioresploeg.  Die juniores, eigenlijk nog een scholierenploeg met één junior (Gerard Ponnet), eindigden dat jaar op één punt van het grote ASUB, vóór Anderlecht en andere groten.

De kadettenploeg kwam dat jaar opnieuw sterk opzetten.  Met een tweede plaats, na OLVA Assebroek, sloten zij het kampioenschap af.

Ook in de eerste ploeg draaide het opnieuw wat vlotter.  Trainer Jean Baeyens haalde zijn jongere broer Dominiek samen met Guido Platteau, Raymond en Willy De Geyndt en Herman De Brandt in de ploeg.  Deze veelbelovende elementen waren allen kampioen van België bij de kadetten.

In de wedstrijd tegen Stokkel reveleerde de 16-jarige Herman zich als een vaste waarde.  Bij een 2-0 achterstand nam hij de opbouwende rol van Jos Cornelis over.  Hij kweet zich uitstekend van deze zware taak en Jos trok zo vernietigend ten aanval dat de wedstrijd nog met 2-3 gewonnen werd.

Natuurlijk stonden er dat jaar opnieuw derby’s op het programma.  Wie zich deze twee derby’s nog herinnert weet waarschijnlijk wel dat de eerste ervan uitgroeide tot een formidabele “thriller”.

1e Ploeg 1971-1972

Trainer:
Jean Baeyens

Jos Cornelis
Guido Platteau
Dominiek Baeyens
Raymond De Geyndt
Willy De Geyndt
Herman De Brandt
 
+ Junioren

Zo stond het in de krant :

“Na twee uur spel (!) dienden twaalf “doodvermoeide, lijkbleke en getrokken acteurs” in een beslissende vijfde set nog uit te maken wie winnaar zou worden.”  Hoe dit eindigde ?

“Bij een 13-13 setstand smashte Frans Parmentier van Voorwaarts wanhopig de bal in het net : 13-14.  Een krachtige smash van Geo Raspé werd prachtig afgeblokt door Jos Cornelis, de bal belandde in het Voorwaartskamp… verwarring, twijfel, Kruikenburgsupporters veerden recht, de scheidsrechter blies af.  Zijn fluitsignaal werd nauwelijks gehoord en dolgelukkig vlogen de Kruikenburgsupporters hun poulains rond de hals.

Eindstand : Voorwaarts-Kruikenburg : 2-3     (13-15, 15-12, 12-15, 15-13, 13-15!)”

Achteraf zei Kruikenburg-coach De Wever :

“Het is doodjammer dat hier een ploeg moet verliezen. Enkel een drawn had de match juist kunnen weerspiegelen.  Maar vermits dit in volleybal nu eenmaal niet kan…”

De tweede derby, in de nieuwe sporthal in het Kruikenburgdomein, werd geen hoogvlieger. Voorwaarts won van een zwakke kasteelploeg met droge 3-0 cijfers.

In de eindrangschikking werd beslag gelegd op een vijfde plaats.

Tijdens dit seizoen werd de nieuwe sporthal ingehuldigd en ingespeeld. Gedaan met de wedstrijden in weer en wind en in nog meer ongure omstandigheden.
1972 / 1973 

Voor velen was Kruikenburg één van de grote titelkandidaten van dit kampioenschap, doch hun grootste troef — een enorme reserve aan jeugdige spelers — lag mee aan de basis van een onverwacht falen.  Door gebrek aan ervaring kende men teveel hoogten en laagten.

Gebuur Voorwaarts deed het veel beter.  Met Jean Barette als speler-trainer serveerden zij een spektakulair volleybal met penetraties vanuit alle spelposities.

De twee derby’s vormden echter opnieuw twee genietbare en uiterst spannende partijen waarin bij de beide ploegen de hevige drang aanwezig was om als beste team de volleyhegemonie van Ternat te veroveren.

1e Ploeg 1972-1973

Trainer:
Jean Baeyens

Jos Cornelis
Raymond Van Der Borght
Guido Platteau
Dominiek Baeyens
Willy De Geyndt
Raymond De Geyndt
+ Damesploeg 2e Prov
De eerste derby werd een heel nipte 2-3 zege voor Voorwaarts.

Setstanden : 7/15, 15/7, 15/10, 12/15 en 13/15.

De tweede maal dat de beide Ternatse formaties in de clinch gingen overtrof zeker en vast de eerste derby.  Ditmaal zou het niet enkel om een bikkelharde, genadeloze afrekening gaan, maar tevens om een eventuele promotie naar vierde Nationale.

Na een gelijkopgaande wedstrijd: 14/16 16/14 13/15 en 15/12, dacht iedereen dat Voorwaarts de beste troeven had.  In het Kruikenburgkamp was Willy De Geyndt ingevolge een spierverrekking in de rug uitgevallen.  Raymond Van der Borght zou echter op een onberispelijke wijze voor zijn jonge ploegmaat invallen; en samen met Jos Cornelis en vooral een fantastische Dominiek Baeyens (16 jaar en slechts 2 x afgeblokt in gans de match) een verdiende zege voor Kruikenburg behalen.  De laatste set zelfs met droge 6/15 cijfers.

Miel Puttemans, de eregast van Voorwaarts, had de geel-blauwen zeker geen geluk gebracht.

De zege van de Azurri’s was echter geen streep door de rekening van Voorwaarts.

VOORWAARTS TERNAT werd Kampioen.

Kruikenburg moest vrede nemen met een vierde plaats in de eindrangschikking.

Onder leiding van Jos Cornelis werd een formatie dames vakkundig klaargestoomd en ingeschreven in 2de prov.

 1973 / 1974

Voorzitter, Fons De Brandt, beschouwde dit seizoen als een overgangsjaar.  Maar een ploeg zonder stress vermag soms meer dan men denkt.  En ja, wie weet… “Iedereen moet zijn ambities maar op het terrein bewijzen”, voegde hij er steeds voorzichtig aan toe.

Niettemin werd het seizoen 73-74 duchtig voorbereid.  Na een achtdaagse stage in Bree, met gans de ploeg, beschikten de spelers reeds over een perfecte conditie voor de aanvang van de competitie.

De inmiddels tot junioreninternationaal opgeklommen Dominiek Baeyens werd weggelokt door het op dat moment gedegradeerde Anderlecht, dat zo vlug mogelijk de verloren plaats in ’s lands hoogste reeks wou heroveren.  De promotie kwam er echter niet, en na enkele maanden in Anderlecht, had Dominiek reeds heimwee naar zijn “geboorteploegje”.

Spelen met een ploeg vedetten, maar zonder kameraadschap ? Neen, voor iemand die de Kruikenburgsfeer gewoon was mocht dat zeker niet te lang duren.

1e Ploeg 1973-1974

Trainer:
Jean Baeyens

Gerard Ponnet
Jan De Brandt
Herman De Brandt
Guido Platteau
Raymond De Geyndt
Bij Kruikenburg werd de vrijgekomen plaats, die de juniores-internationaal achterliet, vlug ingenomen door een nieuw talent : Gerard Ponnet (nvdr broer van de bejubelde Pol Ponnet in de wielermiddens).

De formatie, die vroeger met zijn hoge set-ups zoveel punten vergaarde schakelde dit seizoen over op het korte- steekvolleyspel.

Het spel der “Tsjechische” grootmeesters werd verdrongen door het “Japanse” volleybal : een spel geschraagd op snelle en dus verrassende aanvalscombinaties.

Deze nieuwe spelopvatting werd door de jonge spelers uitstekend in praktijk gebracht.

De supporters wisten dit naar waarde te schatten en zelfs op verplaatsing gingen er steevast 50 à 60 supporters mee. (jawel, in 1ste Provinciale)

Het kampioenschap kende opnieuw hoogtepunten zoals de matchen tegen Liedekerke, Colomba en Leefdaal.

Na Kruikenburg-Liedekerke : 3/0, blokletterden de kranten :

Japans Kruikenburg demonstreerde.

De demonstratie tegen Colomba gaf dezelfde krantekoppen. Een sublieme Raymond De Geyndt scoorde in die wedstrijden bijna aan 100 %.

De terugwedstrijd tegen Liedekerke plaatste iedereen weer op de begane grond. 3/0 verlies met setstanden 15/4, 15/7 en 15/9.

Een puike prestatie van Guido Platteau en de jonge Jan De Brandt, die voortreffelijk zijn broer Herman verving, kon deze nederlaag niet verhelpen.

Door enkele opeenvolgende nederlagen eindigde Kruikenburg op een toch nog verdienstelijke derde plaats, na Vossem en UAEE, die op dat ogenblik de twee standvastigste ploegen waren.

De miniemen en kadetten werden dat jaar opnieuw kampioen van Brabant en eindigden beiden als 3de in het kampioenschap van België.

1974 / 1975 

Dominiek Baeyens kwam terug en in de loop van het seizoen kon men opnieuw twee talentrijke tieners inschakelen: Dirk Nieuwlandt en Jan De Brandt.

Dominiek kwam terug, omdat volgens hem:

“Kruikenburg de meest fantastische club met de meest fantastische supporters was”

  In Anderlecht kon men bij thuiswedstrijden slechts op 10 à 20 man rekenen.  Kruikenburg kreeg toen op verplaatsing een gans pel0ton wagens mee.

1e Ploeg 1974-1975

Trainer:
Jean Baeyens

Gerard Ponnet
Jan De Brandt
Herman De Brandt
Guido Platteau
Dirk Nieuwlandt
Dominiek Baeyens
Om optimaal voorbereid te zijn werd er op geen inspanning gekeken en trainer Jean Baeyens getuigt over deze periode het volgende:

“Als ik uit mijn Kruikenburgtijd een periode zou mogen herbeleven, dan zou ik zeker en vast kiezen voor de stages die we twee opeenvolgende jaren gehouden hebben in Vittel (in ’74 en ’75).

De ernst en gedisciplineerdheid waarmee die jonge groep daar keihard gewerkt heeft was uitzonderlijk.  Ook de samenstelling van de groep was merkwaardig…

Vijf spelers hebben naderhand in ereklasse gespeeld. Twee ervan speelden geruime tijd in de Nationale Ploeg en verschillenden zijn ondertussen begonnen aan een succesvolle trainers loopbaan…

Straftrainingen enerzijds en ambiance en plezier maken anderzijds vloeiden bij deze groep op een harmonieuze en spontane manier in mekaar.

Dank zij deze stages haalden deze talentrijke jongeren conditioneel een hoog niveau en was teamspirit geen ijdel woord.  De Kruikenburgse jeugd zorgde voor een echt subliem seizoen en slechts voor Waver moesten ze dat seizoen buigen.

De derby’s tegen Liedekerke waren telkens iets speciaals.  Liedekerke had Roger Sneyers (later provinciaal voorzitter Brabant) ingehaald als speler-trainer om met zijn routine en maturiteit naar nationale door te stoten.

Het eerste duel, een waar titanengevecht, kende een overrompelende start.  Vijf minuten voor het begin van de wedstrijd was soldaat Dominiek Baeyens nog nergens te bespeuren.  Nooit heeft een scheidsrechter zolang de licenties bekeken.  Hij controleerde zelfs alles wat controleerbaar was, op en rond het terrein.  De supporters werden steeds ongeruster. Toen den “Dom” half-omgekleed de zaal binnenstormde barstte een oorverdovend applaus los.  Met enige vertraging gestart, werd het een uiterst sportief en hoogstaand duel waarbij Kruikenburg dank zij een schitterende Guido Platteau en een betere fysiek de laatste set in de wacht sleepte. Uitslag 2 – 3.  Volgens internationaal scheidsrechter Mark Van der Hauwaert was het niveau van de wedstrijd 2e nationale waard.

Voor 500 supporters werd ook in eigen zaal de terugwedstrijd gewonnen met 3 – 0

Waver, de vice-leider, kreeg de zwaarste nederlaag uit de competitie te slikken. 34 minuten volstonden om de waaltjes naar huis te sturen.

In de thuiswedstrijd tegen Colomba was het de 37-jarige veteraan Bob Van Groenderbeeck die Kruikenburg aan het wankelen bracht. In de 3de en 4de set slaagde hij er in om Dominiek praktisch constant af te blokken.  Het was de jonge Jan De Brandt, die toen zijn ploeg naar de kampioenstitel sleurde.

Kruikenburg had niet alleen de talentrijkste spelers, maar zeker de jongste.  Immers, in de ploeg speelden regelmatig twee scholieren mee: Dirk en Jan. Beiden amper 16, maar zij gedroegen zich als groten eens ze op het terrein waren.  Guido Platteau en Gerard Ponnet waren beiden 20 jaar en Dominiek slechts 19 j.

Kruikenburg promoveerde naar 4de Nationale.

1975 / 1976 LDW 2

Met de promotie naar 4de Nationale kwam er ook een nieuw logo. →

Vooraleer de sportieve resultaten van dit seizoen op te diepen, passen hier, op het einde van deze provinciale periode toch enkele slotbeschouwingen, die toen gemaakt werden, maar die voor Kruikenburg nog steeds aktueel blijven.

De naam Kruikenburg was al bekend via het kasteel en de oudleerlingenbond, met zijn toneel als voornaamste troef.  Deze bekendheid reikte echter slechts tot aan de grenzen van ons Pajottenland.  Dank zij het volleybal geraakte de naam Kruikenburg daarentegen, niet alleen bekend in Vlaanderen, maar ook in gans België. Dit vooral omwille van haar pleidooi voor het jeugdvolleybal.  In 1976 kroonden de kadetten van J.K. Kruikenburg zich reeds 6 keer tot kampioen van Brabant en tweemaal tot kampioen van België.

Het Nieuwsblad van 21 maart 1975 getuigt hierover het volgende:

“Met Kruikenburg als titelwinnaar werd in de hoogste provinciale reeks niet alleen het talentrijkste, maar ook het meest jeugdige team gelauwerd.  En dit is helemaal geen toeval. Kruikenburg is in Brabant al jaren de promotor van het jeugdvolley.  In tegenstelling met vele andere clubs worden de zuur vergaarde centjes niet besteed om versterking van buiten uit aan te trekken.  Vooral een degelijk en gezond jeugdbeleid voerde de Ternatse formatie naar het nationale volleybal.  Een andere vaststelling is ook dat de huidige spelers van de eerste ploeg bij Kruikenburg, destijds alle jeugdreeksen hebben doorlopen.  Een beter pleidooi kan men zich moeilijk indenken voor de promotie van een degelijke jongerencompetitie, die al jaren het zorgenkind is van het Brabants volleybal, ja zelfs van het Belgisch volleybal.”

1e Ploeg 1975-1976

Trainer:
Jean Baeyens

Gerard Ponnet
Jan De Brandt
Herman De Brandt
Guido Platteau
Dirk Nieuwlandt
Dominiek Baeyens
Luc Roeges
Als wij eventjes de volgende krantentitels doornemen, dan lijkt het wel of de Kruikenburgformatie een achtste wereldwonder was.

De metamorfose van het Kruikenburgteam !

De wet van de sterkste !

Nog een stunt van Kruikenburg !

“Japans” Kruikenburg demonstreerde !

Kruikenburg met kampioenallures in propagandatreffen !

Kruikenburg wankelde maar begaf niet tegen Colomba !

Kruikenburg oppermachtig !

Prachtige Kruikenburgdemonstratie !

Kruikenburg niet klein te krijgen !

De Azurri’s bewaarden hun olympische kalmte !

Kruikenburg dwangarbeiders der training!

Het seizoen 75-76 zou een sportieve topper worden.

Na een tamelijk lang verblijf in 1e provinciale, zou een tweede lichting Kruikenburgers zorgen voor een snelle doorbraak naar veel hoger.

Als enige versterking werd Luc Roeges (Messidor) aangeworven.  Een klasbak die zijn aandacht niet alleen voor de wedstrijden reserveerde maar die ook oog had voor het plaatselijke vrouwelijk schoon.  Hij kwam, zag dat het hier goed was en bleef hier om voor kleine volleyballertjes te zorgen.

De jonge ploeg bracht snoepvolley.  De supporters lieten zich niet onbetuigd en zorgden zoals bv. tegen dorpsgenoot Voorwaarts voor nokvolle zalen.

Roger Sneyers probeerde opnieuw om sportieve stokken in de wielen te steken, ditmaal  met VK Aalst.  Tevergeefs echter !

In de Beker van België lieten ze ook reeds van zich spreken door 2de Nationaler Wetteren uit te schakelen. Beke en Claerman, die voor Wetteren uitkwamen, wisten toen reeds wat het betekende om tegen Kruikenburg te moeten spelen.

In de laatste derby tegen Voorwaarts waren 500 supporters er getuige van hoe Kruikenburg met de grove borstel, bij Voorwaarts, het laatste sprokkeltje hoop op de titel, van het volleybalterrein veegde

Om het kort te houden, de kasteeljongens werden kampioen in 4de Nationale.

Gebuur Voorwaarts eindigde op de tweede plaats.

Achiel Piron, de toenmalige voorzitter van de oudleerlingenbond, zorgde voor een eerste clublied :

“Wij zijn van ’t sterke Krui-ken-burg,
ons jeugd staat weer pa-raat
Zij fa-len niet, zij dra-len niet,
’t zijn man-nen van de daad
Ze ver-sa-gen nooit bij te-gen-stoot
en ha-len gauw weer op
Zij ge-ven dan weer on-ver-poosd
de vij-and klop op klop
Want er is geen ploeg in Vlaan-de-ren
die de on-ze kan ver-slaan
Wij slaan ze al aan spaan-de-ren
en we ko-men d’ eer-ste aan !”

1976 / 1977
1e Ploeg 1976-1977

Trainer:
Jean Baeyens

Jos Cornelis
Dominiek Baeyens
Luc Roeges
Guido Platteau
Gerard Ponnet
Willy De Geyndt
Dirk Nieuwlandt
Jan De Brandt
Herman De Brandt
Carl Platteau
André Ponnet
Mathieu Maesen
Jan Michiels
+ 2de Herenploeg
Na 6 speeldagen in de nationale competitie stond Kruikenburg samen met Anderlecht aan de leiding van de rangschikking.

De twee rechtstreekse confrontaties werden beiden gewonnen door Kruikenburg (1 – 3 en 3 – 2)
In een zwakkere periode na nieuwjaar, verloor Kruikenburg op Smashing Brugge, Groeninge Kortrijk en Olva Assebroek.  Kruikenburg strandde uiteindelijk op 1 puntje van Kampioen Anderlecht, maar promoveerde toch als tweede.

De club bleef verder groeien ondanks het feit dat “Volleybalspecialisten” beweerden dat Kruikenburg aan het einde van zijn latijn was.

Na enkele jaartjes van probatie kwam er zoveel ervaring in de damesploeg dat ook zij volleybal van een zeer degelijk niveau brachten.

Hun inzet werd beloond met een kampioenstitel en de promotie naar 1e provinciale.

In 1976 werd er eveneens een tweede herenploeg opgericht en klaargestoomd onder de vakkundige leiding van Herman De Brandt.

 

 1977 / 1978 
1e Ploeg 1977-1978

Trainer:
Jean Baeyens
Luc Roeges
Jean Servais

Marc Nieuwlandt
Marc Nieuwlandt kwam de ploeg versterken.

Kruikenburg moest zich van bij de aanvang van het seizoen meten met gerenommeerde tegenstanders zoals: Wetteren, Maasmechelen en Risc. Anderlecht.  Aanvankelijk draaide alles naar wens, maar Kruikenburg kreeg zijn “examen-inzinking” en eindigde uiteindelijk vierde achter voornoemde tegenstanders.

Niettegenstaande deze mooie vierde plaats was er toch enige ontreddering in het Kruikenburgmidden.  Trainer-Coach Jean Baeyens nam halfweg het seizoen ontslag.  Een Kruikenburgschip zonder stuurman.  

Luk Roeges, toen onbeschikbaar wegens een gekwetste voet, nam het roer over tot Jean Servais werd aangeworven als de nieuw trainer-coach.

Kampioen werd Maasmechelen met als bekende speler: Berre De Vries.

1978 / 1979

De nieuwe coach, Jean Servais, kon zijn spelers biezonder motiveren.  Mentaal werd de ploeg veel sterker.

Hij schaakte voortdurend met de ruim voorhanden zijnde wisselstukken en het diende erkend dat de opgeroepen invallers iedere keer mee het matchverloop hielpen kantelen. Zo scoorde invaller Mathieu Maesen tegen Overpelt bij een 9-9 stand zowaar 5 punten met zijn opslagen.  Tegen Zonhoven zorgde hij samen met Herman De Brandt voor de nodige punten en druk vanuit de opslagzone.

Velen herinneren zich zeker nog de legendarische wedstrijd tegen Rembert Torhout.

1e Ploeg 1978-1979

Trainer:
Jean Servais

Dominiek Baeyens
Guido Platteau
Gerard Ponnet
Dirk Nieuwlandt
Herman De Brandt
Mathieu Maesen

Rembert won de eerste twee sets en kwam in de derde set… op 2 puntjes  van een droge 3 – 0 winst.  Bij 14-5 kregen de West-Vlamingen zes match-ballen, maar ze konden er geen enkele van benutten, zodat Kruikenburg op zijn sokken terugkwam dank zij het trio Ponnet-Baeyens-De Brandt.  Kruikenburg won die set met 15-17 en dwong zelfs een “belle” (nu tie-break) af, die dank zij een sublieme Dirk Nieuwlandt met 13-15 werd gewonnen.

Na winst tegen het gereputeerde Elsene (laatste set 0-15) legde de toenmalige secretaris, Omer De Rijck de lat meteen wat hoger:  “Wanneer de spelers inspanningen leveren, dan moet het bestuur maar volgen”, was zijn besluit bij deze nieuwe situatie.

In de terugwedstrijd kwam Achel voor een nieuwe competitiestart zorgen door Kruikenburg in eigen huis te kloppen met 2-3.  Twee bussen Achelse supporters waren er getuige van hoe hun ploeg weerwraak nam voor het 1-3 verlies uit de heenronde.

Na die match zou de titelstrijd een kwestie van set-gemiddelden worden, dacht men.  Doch een nederlaag van Achel tegen Rembert bracht Kruikenburg opnieuw alleen aan de leiding en ditmaal tot het einde.

De competitie werd gedomineerd door 2 “schoolploegen”, die het van eigen kweek moesten hebben.  Waar Kruikenburg 7 ploegen in diverse kampioenschappen inschreef, deed Achel nog beter.  Met zowat 200 volleybalspelers en -speelsters schreven ze zelfs 13 teams in met 7 Limburgse titels als resultaat.

Samen met Herentals steeg Kruikenburg naar de nieuw opgerichte… E R E D I V I S I E

EEN NIEUW TIJDPERK WAS AANGEBROKEN  !!!

Terug naar vorige pagina Naar het vervolg van de geschiedenis

happy wheels demo