Op donderdag 13 Juni 2013 ging Maria, echtgenote van onze voorzitter Fons, moeder van Jan en Herman De Brandt en tevens moeder van héél Kruikenburg onverwacht van ons heen.
Echt weg zal ze echter nooit zijn want een monument als zij blijft voor eeuwig aan onze club verbonden.
De herinnering aan deze goedlachse, warme en enthousiaste vrouw zal nooit uit ons geheugen vervagen. Ze kan nu uitrusten aan de andere kant, maar zelfs van ginder kijkt ze beslist liefdevol neer op wat verder in dit clubje zal gebeuren.
Daarom zeggen wij geen vaarwel Maria, maar tot ziens in één van onze herinneringen of dromen, waarin jij nog lang zal verder leven.
Polle, uit naam van héél Kruikenburg.
Uit volgende tekst werden stukken voorgelezen tijdens de uitvaartdienst van Maria.
46 jaar Kruikenburg, 46 jaar Fons als Voorzitter. 46 jaar Maria achter de schermen.
De toog, het onthaal van scheidsrechters, mee vieren bij overwinningen en treuren bij een verloren match. Niets was haar te veel om van Kruikenburg de familiale club te maken die ze geworden is.
Van preminiemen tot eerste ploeg, meisjes of jongens, elke wedstrijd werd bekeken van achter de venster. En degene die het riskeerde voor haar recht te staan, zodat zij niets meer zag van de wedstrijd, werd vriendelijk maar kordaat tot de orde geroepen met een tik op de ruit.
Bij elke gemiste opslag werd er gevloekt, bij elk gescoord punt werd er gejuicht. Intussen werd de kantine in het oog gehouden achter haar en bediende ze de dorstigen, waste de glazen af en zorgde dat de kantine proper was. Ondertussen bleef ze kletsen met de andere dames van het bestuur.
Één ding kon ze absoluut niet verdragen en dat was de stress van een spannende wedstrijd. Dan verdween ze van achter haar venster en ging aan de andere kant van de toog nerveus wachten tot het verlossende bericht kwam dat Kruikenburg weer eens gewonnen had. Of juist niet.
Als er al eens vreemd volk aan haar tafeltje bleef zitten, zodat ze de match niet van op de eerste rij kon volgen bleef ze aan de andere venster zitten en telde de keren dat er opgeslagen werd en of er gejuicht werd door onze supporters. Al babbelend hield ze zo een score bij en na een blik op het bord bleek meestal dat ze gelijk had.
“Ah mijne joeng.” Elke speler, oud-speler, trainer of scheidsrechter die binnenkwam in de kantine van Volley Kruikenburg werd door Maria begroet met deze woorden.
Jan en Herman waren haar zonen, Koen en Jana waren haar oogappels. Maar al die anderen noemde zij haar kinderen.
Spelers die op latere leeftijd als ouder terugkeerden met hun kinderen, werden onthaald als waren zij de verloren zoon. En het strafste van al was dat die mannen zich ook zo voelden.
Iedereen noemde haar de moeder van Kruikenburg.
Zij zorgde ook voor eten voor de mannen die meehielpen achter de schermen. Er werd steeds gesmuld van het brood en beleg dat Maria had meegebracht. Tot ze een paar jaar geleden vroeg om die taak over te nemen. Maar niet zonder elke zaterdag te beslissen wat er de volgende week op tafel kwam. Dan kramiek, dan américain, dan eens frietjes van de frituur, met voor haar een dikke kwak pickles. Bij die boterhammen dronk ze steevast een Ginder-Ale.
Tot die niet meer te vinden was en ze overschakelde op Palm. Toen de brouwerij besliste om 33ers op de markt te brengen, vertikte ze het om uit een groot glas te drinken. Dan leek het of haar glas al half leeg was. Alle glazen werden vervangen maar Maria dronk haar Palm van 33 cl uit een glas van 25. Speciaal bewaard voor haar. Palm moet gehoord hebben van haar onverbiddelijk verzet want ze keerden terug naar het kleine flesje en die dag glunderde Maria.
Elke scheidsrechter werd begroet als was het de vriend des huizes en kreeg een drankje nog voor hij één naam op het scheidsrechtersblad geschreven had.
Kwam er een onbekende in de kantine dan wou Maria uitzoeken wat die daar kwam doen. Het lief van één van de Dames? Die moest eerst voorgesteld worden bij Maria. “wie zijne joeng zedde-gij?” kreeg hij steevast te horen.
Vertrok een speler naar een andere ploeg, dan had ze telkens tranen in de ogen.
Als iemand na jaren afwezigheid opmerkte dat Maria er na al die jaren nog zat, antwoordde ze steeds hetzelfde: “Wat moet ik anders doen, er is zaterdag toch niks op tv en dat houdt mij jong, de volleybal houdt mij jong”.
En dat was waar, de jaren hadden geen vat op haar. Tot nu, zo onverwacht.
Maria, Je was een kleine madam maar de grootste supporter van Volley Kruikenburg. Blauw en wit dankt je voor al die mooie jaren.
Caty Meulemans