Volg ons op Facebook >>>

Een ploeg dat vanaf het eerste moment van de wedstrijd alle ballen van de grond haalt en speelt met een grote energieke uitstraling, demotiveert de tegenstander in grote mate.

Uiteraard kan je de verdediging niet los denken van het blok. Zonder een goede blokpositie is verdedigen als water naar de zee dragen. Het teamrendement staat en valt dus door een perfecte samenwerking tussen net- en veldverdediging. Maar, hoe goed het systeem blok-verdediging ook mag werken, het is een doodzonde indien de bal alsnog verloren gaat door een zwakke techniek.

Daarom zal ik het in dit artikel enkel hebben over de technieksleutels en de juiste mentaliteit voor de verdediging. De relatie blok-verdediging komt later aan bod.

1. Technieksleutels

De basis voor een correcte uitgangshouding is ‘het zwaartepunt laag en naar voor’. Bijgevolg speelt de grootte van de volgende drie lichaamshoeken een belangrijke rol.

1) De hoek tussen de voetwreven en de schenen:
– Deze hoeken moeten klein zijn, zodat de knieën lichtjes voor de voeten uitkomen. Hierdoor beweegt het zwaartepunt automatisch naar voren.Dit vereist een zekere flexibiliteit van de enkels en elasticiteit van de kuitspieren . De voeten blijven wel plat op de grond, maar de speler moet het gevoel krijgen ‘naar voren te vallen’.
2) De hoek van de knieholten
– Deze mag niet kleiner worden dan 80° en aansluitend moet het bekken altijd hoger dan de knieën blijven, zoniet wordt het zwaartepunt naar achter gelegd en is de speler niet in staat om een voorwaartse beweging te maken. Om deze hoek te verkrijgen is het belangrijk om de benen ver te spreiden (‘splitpositie’).
3) De heuphoek
– Het bovenlichaam staat ongeveer parallel met de onderbenen. Een te rechte als te kromme rug werken een statische verdedigingshouding in de hand.

Verder is de houding van de armen ook van groot belang. De armen zijn losjes en licht gebogen, ter hoogte van de knieën en met de handpalmen naar boven. Deze houding is de beste garantie om enerzijds harde aanvallen op het lichaam zonder probleem te kunnen opvangen en anderzijds, om aanvallen naast het lichaam te kunnen verdedigen zonder al te veel met de armen weg te zwaaien van de romp.

2. Ingesteldheid

Een verdediger heeft steeds honger naar de bal, hij hunkert zelfs naar de bal. Hij denkt steeds dat de bal voor hem bestemd is en niet voor iemand anders. Nooit wil hij weten dat de bal op de grond kan vallen. Er is geen enkel excuus om niet achter een bal aan te lopen of te duiken. Ook pijn is geen excuus. Een verdediger is fier op zijn schaafwondes: het zijn de medailles voor zijn tomeloze inzet !
Een speler die verzuimt een bal te verdedigen, doet zichzelf en zijn team tekort. Met het oog op het gevecht tussen zichzelf en de aanvaller, schrapt hij het woord ‘onmogelijk’ uit zijn volley-woordenboek.
Ook op training traint de verdediger op zijn mentaliteit. Goede verdedigers zijn harde werkers die bovendien anderen stimuleren om hetzelfde te doen. Ook al ziet hij dat de bal praktisch niet te redden valt, dan nog zal hij een poging ondernemen. Zo traint hij zijn reactievermogen. Je speelt zoals je traint !

3. Verplaatsing

Soorten verplaatsingen:

1) De startpositie

– De hoekverdedigers op positie I en positie V, staan met de rug gedraaid naar de zijlijn en met de voeten gekeerd naar het midden van het net op 4 meter van het net en een meter van de zijlijn. We noemen dit de ‘eerste-tijdspositie’. Het is van belang om hier klaar te staan om tipballen van de spelverdeler te kunnen opvangen en ook om klaar te zijn om een receptie van de tegenstander die direct over het net komt, achter de bloklijn te kunnen spelen.  Vanuit deze positie is het ook een kleine aanpassing om 1 à 2 passen achterwaarts te zetten indien er een middenaanval (= eerste tempo aanval) van de tegenstander wordt gespeeld.
– De centrale verdediger op positie VI, blijft centraal in het achterveld en een tweetal meter in het veld staan.

2) De lijnverdediging

– Van zodra de hoekverdedigers waarnemen dat er geen eerste tempo aanval van de tegenstander mogelijk is, verplaatsen deze zich achterwaarts tot ongeveer 2 meter voor de achterlijn (op 7 meter van het net).  Via een achtste draai naar de zijlijn, kan de verdediger zich op twee manieren achterwaarts verplaatsen:
1) De backpaddle:De verdediger stapt als het ware  met de benen gespreid (voeten breder dan de schouders !) en in een 2 à 3 stappen achteruit. Belangrijk hierbij is dat de verdediger eindigt in een split, waarbij de voet die zich het dichtst bij de zijlijn bevindt, lichtjes voor de andere voet staat zodat de schouders lichtjes ingedraaid staan naar het midden van het terrein (en de bal zo ideaal mogelijk wordt verdedigt voor de spelverdeler). Deze verplaatsing kan worden toegepast indien de verdediger voldoende tijd heeft (hoge passen).
2) De shuffle: Deze verplaatsingstechniek wordt eerder toegepast indien de verdediger in tijdsnood zit (snelle passen). De voet het dichtst tegen de zijlijn staat voor de andere voet en de verdediger duwt zich met de voorvoet (tip van de voet) naar achter. Hij ‘glijdt’ als het ware achterwaarts, waarbij de voorvoet steeds in contact blijft met de vloer. Ook hier is het van  belang dat de verdediger eindigt in een splitpositie, met de schouders lichtjes ingedraaid naar het midden van het net.

– De verdediger op positie 6 blijft neutraal in het achterveld, maar verplaatst zich met 1 stap achterwaarts, zodat deze op 1 meter van de achterlijn staat om de diepe ballen over, tussen of via het blok te kunnen verdedigen. Eventueel kan deze zijn positie met 1 side-step naar links of naar rechts aanpassen,  in functie van het blok.

3) De diagonaalverdediging

Op diagonale aanvallen zal de hoekverdediger zich met zijwaartse passen verplaatsen, met de rug naar de achterlijn en lichtjes naar binnen in het terrein. Hiervoor gebruikt hij 1, maximum 2 zijwaartse passen.  De verdediger op positie 6 behoudt dezelfde positie als bij de lijnverdediging en kan ook hier, in functie van het blok, opteren om iets maar naar links of naar rechts positie te kiezen.
verdediging 1verdediging 2

Stoppen met verplaatsen

Het is van absoluut belang dat de verdediger stopt met verplaatsen en in splithouding (‘freeze-moment) staat op het moment dat de aanvaller de bal slaat! (ook al geraakt de verdediger niet op de ideale verdedigingspositie).
In het volgende artikel zal de verdediging in functie van het blok verder worden toegelicht.

Mario Trochs

happy wheels demo