Een ploeg dat vanaf het eerste moment van de wedstrijd alle ballen van de grond haalt en speelt met een grote energieke uitstraling, demotiveert de tegenstander in grote mate.
Uiteraard kan je de verdediging niet los denken van het blok. Zonder een goede blokpositie is verdedigen als water naar de zee dragen. Het teamrendement staat en valt dus door een perfecte samenwerking tussen net- en veldverdediging. Maar, hoe goed het systeem blok-verdediging ook mag werken, het is een doodzonde indien de bal alsnog verloren gaat door een zwakke techniek.
Daarom zal ik het in dit artikel enkel hebben over de technieksleutels en de juiste mentaliteit voor de verdediging. De relatie blok-verdediging komt later aan bod.
1. Technieksleutels
De basis voor een correcte uitgangshouding is ‘het zwaartepunt laag en naar voor’. Bijgevolg speelt de grootte van de volgende drie lichaamshoeken een belangrijke rol.
Verder is de houding van de armen ook van groot belang. De armen zijn losjes en licht gebogen, ter hoogte van de knieën en met de handpalmen naar boven. Deze houding is de beste garantie om enerzijds harde aanvallen op het lichaam zonder probleem te kunnen opvangen en anderzijds, om aanvallen naast het lichaam te kunnen verdedigen zonder al te veel met de armen weg te zwaaien van de romp.
2. Ingesteldheid
Een verdediger heeft steeds honger naar de bal, hij hunkert zelfs naar de bal. Hij denkt steeds dat de bal voor hem bestemd is en niet voor iemand anders. Nooit wil hij weten dat de bal op de grond kan vallen. Er is geen enkel excuus om niet achter een bal aan te lopen of te duiken. Ook pijn is geen excuus. Een verdediger is fier op zijn schaafwondes: het zijn de medailles voor zijn tomeloze inzet !
Een speler die verzuimt een bal te verdedigen, doet zichzelf en zijn team tekort. Met het oog op het gevecht tussen zichzelf en de aanvaller, schrapt hij het woord ‘onmogelijk’ uit zijn volley-woordenboek.
Ook op training traint de verdediger op zijn mentaliteit. Goede verdedigers zijn harde werkers die bovendien anderen stimuleren om hetzelfde te doen. Ook al ziet hij dat de bal praktisch niet te redden valt, dan nog zal hij een poging ondernemen. Zo traint hij zijn reactievermogen. Je speelt zoals je traint !
3. Verplaatsing
Soorten verplaatsingen:
1) De startpositie
2) De lijnverdediging
– De verdediger op positie 6 blijft neutraal in het achterveld, maar verplaatst zich met 1 stap achterwaarts, zodat deze op 1 meter van de achterlijn staat om de diepe ballen over, tussen of via het blok te kunnen verdedigen. Eventueel kan deze zijn positie met 1 side-step naar links of naar rechts aanpassen, in functie van het blok.
3) De diagonaalverdediging
Op diagonale aanvallen zal de hoekverdediger zich met zijwaartse passen verplaatsen, met de rug naar de achterlijn en lichtjes naar binnen in het terrein. Hiervoor gebruikt hij 1, maximum 2 zijwaartse passen. De verdediger op positie 6 behoudt dezelfde positie als bij de lijnverdediging en kan ook hier, in functie van het blok, opteren om iets maar naar links of naar rechts positie te kiezen.
Stoppen met verplaatsen
Het is van absoluut belang dat de verdediger stopt met verplaatsen en in splithouding (‘freeze-moment) staat op het moment dat de aanvaller de bal slaat! (ook al geraakt de verdediger niet op de ideale verdedigingspositie).
In het volgende artikel zal de verdediging in functie van het blok verder worden toegelicht.
Mario Trochs